De regelgeving rond mantelzorgwoningen is gekoppeld aan het bestaan van de mantelzorgrelatie. Zodra deze relatie eindigt – bijvoorbeeld door overlijden van de zorgvrager of verhuizing naar een zorginstelling – wijzigt de juridische status van de woning onmiddellijk. Het is essentieel dat u de regels rondom de beëindiging van de situatie nauwkeurig opvolgt om problemen met de gemeente of overtreding van het omgevingsplan te voorkomen.
De verplichting na beëindiging
Wanneer de mantelzorgsituatie stopt, mag de mantelzorgwoning niet langer als zelfstandige woonruimte worden gebruikt. De woning verliest de status van tijdelijke uitzondering op de bouwregels. Dit is de belangrijkste regel die is vastgelegd in het Besluit Omgevingsrecht (Bor) 1.
Als de mantelzorg stopt, heeft u in principe een termijn om aan de nieuwe regels te voldoen. Gemeenten hanteren hiervoor doorgaans een periode van maximaal één jaar 2, maar het is raadzaam dit altijd te controleren bij uw eigen gemeente.
Wat moet u verwijderen of onbruikbaar maken?
Om te voldoen aan de eis dat de woning niet langer zelfstandig mag zijn, moet u de essentiële zelfstandige voorzieningen verwijderen of onbruikbaar maken. Denk hierbij aan:
- Keuken of keukenblok: De kookvoorziening moet definitief worden verwijderd of buiten gebruik worden gesteld.
- Aanrecht en spoelbak: Deze moeten worden weggehaald als zij deel uitmaken van de zelfstandige leefruimte.
Voorzieningen zoals een badkamer en toilet mogen doorgaans blijven bestaan, aangezien deze ook in een bijgebouw als gastenverblijf of hobbyruimte wenselijk kunnen zijn.
Wat mag u met de woning doen?
Nadat de zelfstandige voorzieningen zijn verwijderd, mag het bouwwerk in de meeste gevallen blijven staan. De ruimte valt dan terug onder de normale regels voor bijbehorende bouwwerken (zoals een schuur of garage) en mag alleen nog worden gebruikt als:
- Opslagruimte: Voor huisraad, gereedschap of voertuigen.
- Hobbyruimte of werkplek: Een kantoor of atelier aan huis.
- Gastenverblijf: Mits deze geen zelfstandige woonfunctie heeft.
U mag de woning niet verkopen of verhuren als een afzonderlijke woning. Als de woning op de grens van vergunningsvrij bouwen ligt, is het mogelijk dat u alsnog een reguliere omgevingsvergunning nodig heeft voor het gebruik als bijgebouw 3.
Sloop of verwijdering van de woning
Als de woning oorspronkelijk tijdelijk en verplaatsbaar was (een modulaire unit), kan de gemeente eisen dat deze volledig wordt verwijderd van het perceel. Als de woning permanent aan de grond vastzit, is dit doorgaans niet het geval, mits de zelfstandige voorzieningen worden verwijderd.
Als de woning in strijd is met het geldende omgevingsplan of de lokale regels voor bijgebouwen, kan de gemeente op basis van handhaving de sloop van het gehele bouwwerk afdwingen. Dit onderstreept het belang om bij de start van de mantelzorgsituatie al goed na te denken over de situatie na beëindiging.
-
Link Besluit Omgevingsrecht (Bor) • Juridische grondslag voor de beëindiging van de uitzonderingspositie en de regels voor bijbehorende bouwwerken. ↩︎
-
Link Rijksoverheid – Bouwregels mantelzorgwoning • Informatie over de regels die gelden wanneer de mantelzorgsituatie eindigt, waaronder de termijn voor aanpassing of verwijdering. ↩︎
-
Link Omgevingsloket – Regels en Vergunningen • Hier kunt u controleren welke regels gelden voor het gebruik van bijgebouwen in uw gemeente na het vervallen van de mantelzorgstatus. ↩︎