Langdurige bewoningLangdurige bewoning

Langdurige bewoning

De standaardregel voor een mantelzorgwoning is dat de tijdelijke constructie moet worden verwijderd of aangepast zodra de zorgrelatie eindigt. Dit principe staat echter onder druk bij situaties waarin de zorgbehoefte op jonge leeftijd ontstaat en langdurig aanhoudt. Voor deze gevallen is het cruciaal om vooraf een toekomstbestendige juridische route te kiezen.

De uitdaging van de ‘Tijdelijkheid’

Het Besluit Omgevingsrecht (Bor) 1 behandelt de mantelzorgwoning als een bijbehorend bouwwerk met een tijdelijke uitzonderingspositie. Dit leidt tot een conflict in situaties van langdurige en chronische ziekte bij jongeren:

  • Conflict: De zorgbehoefte is permanent, maar de wettelijke status van de woning is dat deze slechts ’tijdelijk’ is.
  • Gevolg: Bij het overlijden of verhuizen van de mantelzorger (bijvoorbeeld ouders), moet de woning formeel worden aangepast of verwijderd. Dit is juridisch risicovol en financieel onwenselijk.

U kunt dit risico minimaliseren door bij de aanvraag te focussen op duurzame oplossingen en de inzet van lokale wetgeving.

De Regulatie via het Omgevingsplan

Als u zeker weet dat de woning tientallen jaren nodig zal zijn, is de meest robuuste juridische oplossing het aanvragen van een afwijkingsvergunning (de voormalige ‘kruimelgevallenregeling’ of een reguliere vergunning).

  • Bestemmingswijziging: U kunt bij de gemeente vragen om een wijziging van het omgevingsplan voor uw perceel, specifiek voor het bouwen van een tweede (permanente) woning ten behoeve van een zorgrelatie.
  • Voordeel: De woning krijgt een permanente status, waardoor deze na beëindiging van de mantelzorg door de zorgvrager zelf mag blijven worden bewoond (mits dit past binnen de afspraken in het omgevingsplan).
  • Nadeel: Deze procedure is lang en kostbaar en is in strijd met het basisprincipe dat slechts één hoofdwoning per perceel is toegestaan. De gemeente zal hier niet snel mee instemmen.

De ‘Duurzame Mantelzorgwoning’

Een andere benadering is om de woning zo te ontwerpen dat deze eenvoudig kan worden teruggebracht tot een bijgebouw zodra de mantelzorgrelatie eindigt, terwijl de zorgvrager (zo lang mogelijk) in de hoofdwoning blijft.

  • Vastgoedwaarde: Hoewel de woning juridisch tijdelijk is, is het raadzaam deze te bouwen als een hoogwaardig, duurzaam bouwwerk met een lange levensduur. Dit behoudt de vastgoedwaarde als bijgebouw.
  • Permanente Aanpassingen: Investeer in bouwkundige aanpassingen (zoals bredere deuren, hellingbanen) die ook later nuttig zijn als het gebouw als werkruimte of gastenverblijf wordt gebruikt.

Belangrijke fiscale en financiële aandachtspunten

Bij langdurige bewoning treden complexe fiscale vragen op:

  • Ouder-Kind Relatie: Als de ouders eigenaar zijn van de grond en de woning, is de bewoner (het zorgbehoevende kind) formeel huurder of gebruiker. Dit heeft gevolgen voor huurtoeslag of de fiscale behandeling van de woning 2.
  • Hypotheek/Financiering: Een hypotheekverstrekker kijkt kritisch naar de ’tijdelijke’ status en het ontbreken van een permanente woonbestemming, wat de financiering kan bemoeilijken.

Bij deze langlopende situaties wordt dringend fiscaal en juridisch advies 3 aangeraden om latere problemen te voorkomen.


  1. Link Besluit Omgevingsrecht (Bor) ↩︎

  2. Link Belastingdienst – Mantelzorgwoning en belasting ↩︎

  3. Link Rijksoverheid – Bouwregels mantelzorgwoning ↩︎